Naar aanleiding van het “open jachtseizoen” met als motto “schiet maar op de KMDA” dat bij bepaalde media tegenwoordig blijkbaar trendy is…, verscheen in juni in het maandblad Hart voor Dieren hiernavolgend artikel van de hand van hun journalist Dhr. Rob Lauwers.:

Het gevolg was dat het wildebeest op onze juridische dienst in actie schoot, onderstaande brief schreef naar de redactie en Hart voor Dieren in oktober een rechtzetting publiceerde in haar blad. Terecht!

“ Vorige maand in Hart voor Dieren verscheen een artikel van de hand van Dhr. R. Lauwers, hetwelk een felle aanval inhield op het adoptiebeleid van de KMDA. Voorafgaandelijk aan de publicatie van dit artikel liet Dhr. R. Lauwers evenwel na om de KMDA om enige toelichting ter zake te vragen. Nochtans is een recht op wederwoord, zeker bij publieke aanvallen in de media een kwestie van journalistieke ethiek. Het komt ongetwijfeld de volledigheid en correctheid van de aan de lezer aangeboden informatie ten goede.

Het gevolg van deze nalatigheid is dan ook dat het artikel van Dhr. R. Lauwers een aantal flagrante fouten bevat, waardoor de KMDA zich genoodzaakt zag enige verduidelijkingen te geven die de waarheid meer zullen respecteren.

 

Het geld

Vooreerst kreeg de KMDA helemaal geen “40.000 € extra” enkel en alleen om de opvang van vechthonden te bekostigen. In ruil voor de toekenning van deze toelage stelde de stad Antwerpen wel héél wat meer eisen. Welke dat zoal waren zijn gemakkelijk te vinden op onze website: http://www.kmda.be/www/Publieksmededeling.htm

In het kort diende de KMDA: de volledige infrastructuur te bekostigen van 2 asiel-vestigingen, controles uit te voeren bij aangifte van mishandeling, in te staan voor het afhalen en opvangen van zowel wegens mishandeling in beslag genomen dieren als door de overheid of het gerecht geplaatste dieren bij arrestatie van de eigenaar, 24/24 u. politiehokken ter beschikking te stellen, een ware administratieve papierbrij in te dienen (waarvan trouwens de kost alleen al de toelage volledig opsoupeerde), alle aangeboden dieren verplicht te aanvaarden van. (niet enkel opvoedkundig grondig verpeste dieren, maar ook terminaal zieke of dodelijk gewonde dieren, en zeer oude dieren).

Dus niet enkel het opvangen van vechthonden maar àlle voornoemde taken diende de KMDA te volbrengen voor een bedrag dat amper 1/13e van de reële kost uitmaakte (toelage 40.000 € / reële kost 544.000 €).

De bewering dat de schepen voor dierenwelzijn van de stad Antwerpen, Dhr. L. Bungeneers aangeboden had een hogere werkingstoelage toe te kennen is al evenmin correct. Dhr. L. Bungeneers had inderdaad tijdens de onderhandelingen over de beheersovereenkomst laten uitschijnen dat hij de werkingstoelage van de KMDA zou verhogen, doch in de finale fase van de onderhandelingen trok hij dit aanbod wederom in, en verminderde zelfs de aangeboden werkingstoelage van 50.000 € naar 40.000 €.!(voetnoot 1).

Dat Dhr. Bungeneers als expliciete voorwaarde had gevraagd over te gaan tot het oprichten van een website om specifiek voor deze honden een nieuwe thuis te vinden is ook al niet juist. Er is tijdens de onderhandelingen gesproken over een algemene overkoepelende website aangaande dieren, àlle dieren, die op kosten van de KMDA uitgebouwd en gecoördineerd diende te worden. De plannen voor deze website werden door het kabinet voor dierenwelzijn terug in de kast geborgen. De KMDA heeft evenwel haar eigen website en de vechtrassen werden daar steeds, samen met de andere asieldieren, op gezet ter adoptie, de KMDA heeft er immers geen belang bij dat deze honden in het asiel zouden blijven wachten op een nieuwe baas dus waarom zouden we ze discrimineren?


Het lange wachten

En lang wachten deden ze… deze vechthonden.

De overgrote meerderheid van de andere asielen weigerde meestal niet of moeilijk adopteerbare dieren en stuurde ze door naar de KMDA die immers verplicht was ze te aanvaarden.

Onder deze “doorstuur-groep” bevonden zich standaard de vechthonden.

Als er dus één asiel was dat werd geconfronteerd met de triestige realiteit dat de vechthonden een modefenomeen zijn, wat tot gevolg heeft dat deze dieren met een notoir drifthoog en moeilijk karakter, zonder nadenken of deskundigheid worden aangeschaft, vervolgens opvoedkundig fundamenteel verpest en nadien zorgeloos in het asiel gedumpt worden, dan was het de KMDA wel. Dit à rato van maar liefst 250 vechthonden/jaar!

De bewering dat de KMDA evenwel deze honden zou euthanaseren omdat “er geen baasjes voor te vinden zijn” is fout nummer 4 in het epistel van Dhr. Lauwers.

Als je een grote hond, met een hoge bijtdrift en een kort lontje, opvoedkundig fundamenteel verpest leidt dat natuurlijk tot een zeer bijzonder probleem… Er zijn inderdaad aangenamere manieren om zelfmoord te plegen dan middels adoptie van een agressief gemaakte bundel spieren van (minstens) 40 kg.

Elk dier dat zich gestoord agressief gedraagt, vechthond of iets anders, waardoor het een flagrant gevaar is geworden voor iedereen die het benaderd of in huis haalt, met als voor de hand liggend gevolg niet alleen voorspelbare menselijke ellende en maar ook mogelijke schade aan andere dieren, wordt daarom inderdaad ingeslapen. Doch de vechthonden die karakterieel nog wel voor adoptie in aanmerking kwamen kregen wel degelijk de kans om te wachten op een nieuw baasje (voetnoot 2), dat meestal heel lang op zich liet wachten.

Niet iedereen wenst nu eenmaal gezien, of geassocieerd te worden met een vechthond.

Aangezien het imago van deze dieren het slachtoffer is geworden van mensen die angst verwarren met respect, is het logische gevolg dat het imago van sommige wel goedbedoelende baasjes mee gezogen wordt in dezelfde spiraal van deze negatieve draaikolk.

Anders gezegd: wie een hakenkruis op zijn voorhoofd tatoeëert, moet zich er naderhand niet over gaan beklagen dat mensen in de straat niet schijnen te begrijpen dat dit een eeuwenoud Grieks teken is dat de aanbidding van de zon symboliseert!

 

Het stigma

Het is niet omdat de waarheid kwetst dat de oplossing erin bestaat ze te ontkennen!

De bewering dat Dr. E. De Belder hoogstpersoonlijk eigenaars van vechthonden stigmatiseert met de vaststelling dat er binnen deze groep van hondeneigenaars meer personen met een strafregister zijn dan bij eigenaars van andere hondenrassen is fout nummer 5. Aangezien Dhr. R. Lauwers, als journalist nota bene, daarbij vlot voorbij gaat aan een hele rits wetenschappelijk onderzoeken die tot exact dezelfde vaststelling komen.

Bij deze een summiere opsomming:

  • Het Rapport van 8 mei 2008 van de Nederlandse Commissie van Wijzen (voetnoot 3) die in haar tot evaluatie van de RAD-regelgeving en het terugdringen van bijtincidenten vaststelt dat overtredingen van de RAD (i.e. het bezit van een vechthond)  zich vooral voordoen in wijken met veel overlastproblematiek en een relatief lage sociaaleconomische status… En dat meer dan de helft van de eigenaren van de bij deze incidenten betrokken honden (58%, voetnoot 4) een strafblad bleek te hebben…
  • Deze bevindingen komen overeen met die van Amerikaans onderzoek gepubliceerd in het Journal of Forensic Sciences, waarin werd vastgesteld dat eigenaren van gevaarlijke ('vicious') honden significant vaker waren veroordeeld voor criminele activiteiten dan eigenaren van niet-gevaarlijke honden (voetnoot 5)

 

Trouwens wanneer een hond bij de KMDA werd binnengebracht omdat zijn baas gearresteerd was, was het vrijwel steeds een vechthond die zijn intrede deed (voetnoot 6).

 

Wanneer Dhr. R. Lauwers zich derhalve gestigmatiseerd voelt zou hij zich beter richten tot de personen die overgaan tot de aanschaf van een dergelijke hond om alle foute redenen, aangezien de diverse hoger aangehaalde onderzoekers niet anders deden dan de loutere feiten vaststellen, en Dr. E. De Belder niets meer deed dan slechts melding maken van deze onderzoeksresultaten.

 

De KMDA evenwel voelt zich behoorlijk gestigmatiseerd door Dhr. R. Lauwers en zijn opeenstapeling van foutieve berichten, verdraaiingen en halve waarheden waarbij de essentie (bewust?) verzwegen werd.

Tekenend hiervoor is fout nummer 6 in zijn artikel waarin hij beweert dat andere asielen géén subsidies vragen of krijgen voor het opvangen van dergelijke honden waardoor de dodelijke spuit nog vaker tevoorschijn zal komen.

Het asiel van Wommelgem neemt immers de beheersovereenkomst van de KMDA over, met inbegrip van de stedelijke subsidies. Op grond van deze overeenkomst zal dit asiel nu verplicht vechthonden moeten opnemen, zoals de KMDA dat vroeger diende te doen.

Met andere woorden de rollen zijn nu omgekeerd. Waar vroeger de meeste asielen vechthonden weigerden en naar de KMDA doorstuurden omdat ze ofwel geëuthanaseerd moesten worden wegens agressieproblematiek, ofwel gemiddeld langer dan een jaar op een nieuw baasje dienden wachten, zullen deze honden nu door het asiel te Wommelgem opgevangen worden.

Bizar trouwens dat nu de rollen omgekeerd zijn Dhr. R. Lauwers het eensklaps nodig vindt de KMDA te viseren. In alle voorgaande jaren dat heel wat andere asielen exact hetzelfde deden heeft hij nooit geklaagd over het feit dat zij vechthonden weigeren.

Raar ook dat wat “het dodelijke spuitje” betreft bij hem de bedenking niet op kwam dat het juist is omdat de KMDA het zo onaangenaam vond dat ze een overvloed aan gedumpte en onhandelbaar geworden vechthonden noodgedwongen moesten laten inslapen dat ze het als één van de voordelen zag in het verbreken van de beheersovereenkomst met de Stad Antwerpen om deze bijzonder nare taak niet meer te moeten uitvoeren.

Hart voor dieren!

Het is dan ook buitengewoon jammer dat Dhr. R. Lauwers van zijn journalistieke opportuniteiten gebruik maakt om de KMDA te viseren eerder dan dat hij de nodige aandacht vestigt op de bron van het hele probleem, nl.: het feit dat àlle asielen te kampen hebben met een enorm aanbod aan wegwerphonden van het vechtrastype.

Het is voorspelbaar dat lieden die het niet zo nauw nemen met de rechten van hun medeburgers al evenmin bijzonder begaan zullen zijn met dierenrechten.

En ook dit gegeven werd door een onderzoek bevestigd. Stanley Coren, professor aan de universiteit van British Columbia, deed een onderzoek naar de persoonlijkheids-karakteristieken van eigenaars van vechthonden en de stelde daarbij vast binnen deze groep men meestal niet dezelfde binding vertoonde met zijn hond als de gemiddelde andere hondeneigenaar. Vastgesteld werd dat bij eigenaars van vechthonden er meer aanvaarding was van mishandeling en misbruik van een dier dan bij eigenaars van honden met een laag risico tot agressie (voetnoot 7).

 

Dhr. R. Lauwers schijnt derhalve de KMDA te verwijten dat zij het water niet meer naar de zee wil geleiden… maar over het dicht draaien van de kraan, met name de aanpak van de bron van het probleem, rept hij met geen woord. Wie kijkt hier nu eigenlijk de andere kant op?

Het zou duidelijk ook de vechthonden zelf ten goede komen mocht men nu eindelijk eens een “kat een kat”durven noemen, om het dan zo maar uit te drukken.

Dit houdt in dat men moet durven een einde te maken aan het aanpakken van katten en andere problemen met “fluwelen handschoentjes” en dat men eindelijk eens de lef moet hebben om te erkennen dat er, wat heel wat eigenaars van vechthonden betreft, wel degelijk een probleem is met betrekking tot hun motieven om over te gaan tot de aanschaf van een dergelijk ras.

Het gaat om de fundamentele eerlijkheid te erkennen dat je bepaalde van deze mensen echt niet op straat zou zien lopen met een Chihuahua naast zich…

                       

 

Trouwens het is toch voor de hand liggend dat wie een hart heeft voor dieren, en zijn eigen dier in het bijzonder, het wel op prijs zou stellen dat een hond die genetisch gekweekt werd om met andere honden te vechten in handen komt van een baas met een goed ingeworteld verantwoordelijkheidsgevoel.

Het gegeven dat de vechthond sterk vertegenwoordigd is bij incidenten van hond tot hond agressie is wat dat betreft dan ook niet alleen voorspelbaar maar ook zorgwekkend (voetnoot 8). Immers er zijn ook andere dieren dan enkel vechthonden die rechten hebben (voetnoot 9).

 

Welke kant gaan we opkijken?

Regelmatig heeft de KMDA aan het kabinet voor dierenwelzijn een signaal gegeven dat er een probleem was. Doch tevergeefs. Zo lang de KMDA het water naar de zee bleef leiden maakte niemand zich er blijkbaar zorgen over dat er gedweild werd terwijl de kraan wagenwijd open stond.

Toen de KMDA nog gebonden was aan de beheersovereenkomst kon zij deze praktijken niet verhinderen, gelet op haar verplichting tot aanvaarden. Zonder overeenkomst heeft de KMDA evenwel de vrijheid om zowel sommige hondeneigenaars als bepaalde bestuurlijke organen te confronteren met hun eigen (on)verantwoordelijkheid en kan zij bij duidelijke misbruiken gewoonweg weigeren het spel nog mee te spelen.

Het is dan ook bijzonder veelzeggend dat pas nadat de KMDA weigerde om nog verder een beheersovereenkomst met de stad Antwerpen aan te gaan er kort daaropvolgend in Antwerpen een “werkgroep voor de vechthondenproblematiek” werd opgericht.

Een suggestie die de KMDA alvast heeft overgemaakt aan deze werkgroep is dan ook de “hondenhouderschapsvergunning”. Dit niet enkel ter behartiging van de belangen van vechthonden, maar van alle honden in het algemeen (voetnoot 10).

Wij geloven immers oprecht dat het lijden van deze honden pas effectief kan voorkomen worden door ze te behoeden voor een bepaald soort eigenaar.

Zie hier grote “hondenvriend” Michael Vick en één van zijn 60 vechthonden!
http://www.britannica.com/blogs/2007/04/michael-vick-quarterback-of-dogfighting/

 

 

Door het invoeren van een vergunning voor hondeneigenaarschap heeft men van bij de bron de kans om allerlei vormen van mensen- en hondenleed te voorkomen.

1.Om te beginnen kan zo’n vergunning ingetrokken én nooit meer toegekend worden bij bewezen mishandeling en/of seksueel misbruik van de hond, zelfs daar waar de rechter het vergeet, niet wil of kan doen.

Ook mensen die veelvuldig hun hond afstaan / dumpen / herplaatsen, kunnen hun vergunning ingetrokken zien.

2.Tevens kan het systeem een controle mogelijk maken op het ondeskundig fokken van honden door hobby-figuren die hun beurs liever zien dan hun honden.

3.Het feit dat de baas, voorafgaandelijk aan de adoptie van een hond, zich de nodige kennis ter zake moet eigen maken, zal ook verhinderen dat sommige mensen die niet geschikt zijn om harmonieus te leven met een bepaald hondenras, deze hond toch in huis halen.

4.Middels het toekennen van een vergunning voor “hondenbezit” kan men een ontmoedigingsbeleid bekomen voor de aanschaf van genetisch belaste hondenrassen.

De hondenhouderschapsvergunning kan de consument van bij de bron te sturen, en aldus actief ingrijpen op de problemen van broodfok en het genetisch kapot fokken van bepaalde rassen.

Teven kan men tijdig mode-fenomenen voor zijn, waar iedereen een bepaalde hond wil, zelfs al is niet iedereen in staat om een dergelijke hond te houden. Bvb het huidige American Stafford & Jack Russell Terrier-probleem.

5.Ook zullen lieden die een hond enkel hebben als een goedkoop bewakingssysteem, er nu eerder toe besluiten dan maar te gaan voor een échte alarminstallatie, eerder dan zich verplicht te zien een examen kynologie af te leggen. Zo kan vermeden worden dat een hond voor de rest van z’n leven in een kot komt te zitten, zonder dat het dier ooit nog aan de weet komt hoe een bos er eigenlijk uit ziet!

6.Van bij de bron kan het risico op spijtige bijtincidenten binnen het gezin verminderd worden, doordat ouders én hun kinderen de noodzakelijke voorlichting krijgen over het omgaan met een hond vooraleer er zich één aan te schaffen (voetnoot 11).

7.Bovendien kan er tijdig ingegrepen worden op de foute aantrekkingskracht die fundamenteel verkeerd gemotiveerde mensen er toe breng zich een stoere hond aan te schaffen. Want uiteindelijk wordt het imago van deze honden daar het slachtoffer van. Met als gevolg een toenemende hondonvriendelijke wetgeving, bvb de vroegere RAD in Nederland.

Het volstaat om in de regelgeving te voorzien dat personen met een strafregister geen bezitter mogen zijn van een “vechthond” of een ander potentieel gevaarlijk dier.

Vermoedelijk zal dit ook de illegale hondengevechten helpen indijken.

8.Deze regelgeving zal leiden tot een afname van asiel- en wegwerphonden. Daar mensen door de verplicht te volgen informeringscursus weten waar ze aan beginnen en bewuster na denken over de aanschaf van een wezen vaar ze gemiddeld 10 jaar zorg voor moeten dragen.

9.Vanzelfsprekend komt dit de levenskwaliteit van de hond zelf ten goede. Een hond heeft recht op een eigenaar die zijn noden kent en er rekening mee houdt.

10.Een grotere deskundigheid bij hondeneigenaars zal ook leiden tot een afname van hondonvriendelijke wetgeving in het algemeen, daar de overlast veroorzaakt door onopgevoede honden zal afnemen.

 

Concreet kan zo'n vergunning voorzien in nuances... Bvb een oud vrouwtje dat wat gezelschap wil hoeft hier niet noodzakelijk van verstoken te blijven, indien men de vergunning aanpast aan een bepaald slaagcijfer.

Zo kunnen minder goede examinanten bvb wel het recht krijgen op een hond, maar dan specifiek een klein ras dat al gedurende generaties genetisch als gezelschapshond geselecteerd werd. Dit zijn dieren die iets minder veeleisend zijn qua karakter, opvoeding en bezigheidstherapie. En die bij eventuele agressie, gezien hun gestalte, meestal aanzienlijk minder schade aanrichtten.

Voor de aanschaf van honden waarvan genetisch geweten is dat ze een hoge drift en een lage bijtrem hebben kan dan, naast een theoretisch verplicht te volgen opleiding voorzien worden in een bijkomende praktijkproef.

Voor het afleggen van deze proef, die effectieve deskundigheid bewijst, kan de kandidaat voor een hondenhouderschapsvergunning een asiel-hond van een gelijkaardig karaktervol ras trainen en daarmee een examen af leggen. 
Het trainen van honden uit asiels heeft als bijkomend voordeel dat de trainer-examinant zich mogelijks hecht aan het dier en het adopteert. Zo niet zullen alvast de adoptiekansen van het dier verhoogd worden omdat het zich behoorlijk heeft leren te gedragen.

Als Dhr. R. Lauwers zich de vraag stelt welke kant de KMDA op kijkt, dan kan gezegd worden dat dit de richting is die de KMDA wenst uit te gaan.

Juist daarom voorziet de KMDA in een aangeboden gratis opleiding voor mensen die bij haar een hond komen adopteren. De bekende Belgische dierengedragstherapeute Inge Pauwels geeft maandelijks een instaples met een basis van honden-know how. ”

 

Kaat Raes, Juriste KMDA.

 

VOETNOTEN:

1. Vanzelfsprekend kan de KMDA dit bewijzen aan de hand van een door haar verzonden aangetekende brief waarin Dhr. Bungeneers kennis kreeg van de opzegging van de beheersovereenkomst. Deze brief maakt wel degelijk melding van 40.000 € als zijnde ontoereikend. Dhr. Bungeneers liet de KMDA bovendien aangetekend weten de brief ontvangen te hebben, en betwist daarin het vermeldde bedrag niet!

2. Ook dit kan gemakkelijk bewezen worden. Uit de administratie blijkt dat ettelijke Staffords maanden en soms langer dan een jaar werden gelogeerd bij de KMDA tot ze uiteindelijk toch een adoptant vonden.

3. Pagina 11.

4. en dus niet 38 % zoals Dhr. R. Lauwers de lezer foutief meedeelde.

5. Cfr. Maandblad “WOEF” nr.: 547, aug. 2009

http://www.rtl.nl/(/actueel/rtlnieuws/)/components/actueel/rtlnieuws/2006/11_november/17/buitenland/1117_0600_zo_baas_zo_hond.xml

6. Wat KMDA kan bewijzen aan de hand van haar opvangformulieren.

7. http://www.psychologytoday.com/blog/canine-corner/200903/psychological-characteristics-owners-high-risk-aggression-dog-breeds

8. Pagina 14 & tabel ASG onderzoek pagina 26 in het Rapport van 8 mei 2008 van de Nederlandse Commissie van Wijzen tot evaluatie van de RAD-regelgeving en het terugdringen van bijtincidenten.

9. Twee staffordshires bijten mopshondje dood: http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail.aspx?ArticleID=6O2DGB8M

Twee staffordshires bijten Teckelpupje dood : http://cravendesires.blogspot.com/2009/07/prideful-responsible-pit-bull-owner.html

10.http://www.viddler.com/explore/K9Magazine/videos/5/161.94/

11. Opnieuw kan hier verwezen worden naar Het Rapport van 8 mei 2008 van de Nederlandse Commissie van Wijzen tot evaluatie van de RAD-regelgeving en het terugdringen van bijtincidenten waarin men tot de vaststelling komt dat de meeste bijtincident zich voordoen met kinderen, dat dit gebeurde in de huiselijke sfeer en dat in 68% van de gevallen daarbij geen volwassen toezicht aanwezig was bij het kind en de hond (pagina 7)

 

 


Home                   © Swaeneke 2008                 Contact asiel           Contact webmaster