Roedelleider of Loederlijder           (© Kaat Raes)

Om de 3 maanden een nieuw verhaal over de belevenissen van Teska, Blooper en Muppet.
De flink gezouten mening - of is het eerder met een korreltje zout? - van een heel apart hondenbaasje.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

juni 2009: Je kan maar één keer een éérste indruk maken

Het moet gezegd… Ik vind het een hele eer mijn prietpraat en hondengeleuter hier gepubliceerd te zien. En al helemaal als er dan voor de duidelijkheid nog een foto bij gezet wordt. 

 

Aangezien enige ijdelheid me niet vreemd is, vroeg ik me met een glimlach af wat de artsen van mijn dierenkliniek zouden denken als ze de foto zien en mijn kleine meid, Teska, klaarblijkelijk in professionele kringen een B.H. (*) geworden is. 

 

Ineens daagde het me evenwel dat vermoedelijk bij de betrokkenen enig gevoel van “verlossing” zou kunnen primeren. Meer bepaald omdat mijn Jack Russell reutje, Blooper, niet mee op de foto staat! Wat verwarring kan wekken.

 

Ik kan me al levendig de vreugdekreten voorstellen die tegen de muren van mijn dierenkliniek weergalmen: “Hoera, ze is hem kwijt! De harige etter is ergens hopeloos verloren gelopen in het Franse platteland, en we zijn er voorgoed vanaf!” 

Het moet gezegd een T-shirtje met als opschrift: “I hate everybody, and your next”… zou Blooper niet misstaan. 

 

De eerste kennismaking met Blooper en het dierenartsenteam verliep al problematisch.

Ik had hem, samen met Teska, dezelfde dag nog uit het asiel gehaald, en besloot mijn nieuwe adoptantjes te trakteren op een gigantisch lange bullepees van wel één meter lang. Zodra Blooper dat ding in de gaten kreeg, gingen zijn oren en staart plat, en kroop hij, grommend, met zijn buik tegen de grond aan, onder de kast. Toen wist ik dat ik een groot probleem had! Met name een mishandelde hond met een aanzienlijke vertrouwenscrisis. In het asiel was de leeftijd van Bloops geschat tussen de 5 à 7 maanden… Derhalve was zijn socialisatieperiode een ramp geweest. 

Niet veel later diezelfde avond, viel hij gewoon flauw… voor heel even maar… Doch dat was voor ons lang en zorgwekkend genoeg om de dierenarts op te trommelen en diens vrije avond naar de mallemoeren te helpen. En zo leerde hij mijn Blooper kennen! 

Wat ik al vreesde bleek ook het geval te zijn: Blooper had een hartsgrondige hekel aan mensen. Groot was mijn ontsteltenis, en zo mogelijk nog groter was de ontsteltenis van mijn DA. Immers de laatste overlevende van mijn twee vorige honden, Kwik, was een brave sul. Toegegeven een kleinzerige sul, maar braaf desalniettemin. 

Kwik’s kleinzerigheid was berucht. Zo wist hij precies in welke schuif de spuitjes lagen, en zodra die schuif open ging begon hij te gillen en te krijsen. Vermoedelijk hielp hij daarbij menig ander dier in de wachtkamer aan een scheve navel van de schrik, maar dat interesseerde hem geen barst, hij verkeerde in doodsnood! Bijten of grommen deed ie echter nooit. 

 

Eigenlijk is dit een wonder dat me dikwijls verbaasde… Je hond weet dat hij soms pijnlijke behandelingen moet ondergaan door de “man of vrouw met de witte jas”… en toch blijft hij relatief kalm. Het lijkt alsof je hem op de één of andere manier kunt duidelijk maken dat ie soms moet lijden voor z’n eigen goed. Toegegeven ze staan er soms rillend met grote blauwe ogen… maar toch laten de meeste heel wat toe.  Dikwijls dingen die je niet met een wolf in de wilde natuur zou moeten proberen, tenzij je acute zelfmoordneigingen hebt. (Indien dat laatste effectief het geval is zou ik trouwens aanraden een poging te doen om de anaalklieren uit te nijpen). 

 

Dit “wonder” ontging Blooper echter volledig, met als gevolg een wilde worsteling ten einde hem een muilbandje aan te doen. Ik stond er op om dat zelf te doen, aangezien de handen van een arts zijn broodwinning zijn. Omdat ik nog nooit zo’n ding van dichtbij gezien had, duurde het wel even eer eindelijk het onderzoek kon plaatsvinden. De diagnose, voor zo ver mogelijk, luidde dat Blooper vermoedelijk en enkel en alleen door de emotie het bewustzijn verloren had. Ik was al lang blij dat mijn DA niet aan een dergelijke kwaal leed, anders had ik die ook al terug tot leven moeten wekken, na alle ellende met deze Jack Russell op z’n behandeltafel… 

 

En dit was het begin van een langdurig verstoorde verhouding tussen mijn kleine ventje en zijn dokters.  

Ik heb Blooper nu bijna 6  jaar bij me. En het heeft 7 lange maanden geduurd eer we eindelijk een begin van vertrouwen bij hem bespeurden. Met veel geduld en liefde hebben we het zo ver gebracht dat we “de kleine” kunnen borstelen, baden, droogföhnen, kussen en knuffelen.

 

Kortom mijn man en ik kunnen er àlles mee doen. Voor ons is het een allerliefst hondje, dat van een verwilderde angstagressieve woesteling getransformeerd is in een verwend, gesetteld, burgermannetje. “Meneerke Beulemans” is dan ook zijn bijnaampje. 

 

Maar “meneerke Beulemans” is nooit nog zo ver gekomen dat hij andere mensen het krediet van zijn vertrouwen geeft. Hij moet ze eenvoudigweg niet! Bijgevolg staat “meneerke Beulemans” gemuilkorfd op de behandeltafel, terwijl het speeksel uit zijn bek druipt, en luchtbelletjes van snot aan zijn neus afwisselend groter en kleiner worden. Had ie geen haar op z’n kopje gehad, zou je vermoedelijk kunnen zien dat het roodachtig tot paars aangelopen was… Een beetje zoals het hoofd van mijn DA als die met Blooper aan de slag moet. Standaard ook knijpt Blooper van pure razernij z’n eigen anaalkliertjes leeg… Zijn ultieme statement, die weergeeft hoe hij over de gang van zaken denkt! 

 

Wat mijn dierenkliniek betreft, bemerk ik dus nog altijd zorgelijke blikken, als ze mij in de gaten krijgen in de wachtkamer met Teska en “Meneerke Beulemans”. Zo ook is nog steeds duidelijk de opluchting op hun gelaat vast te stellen, als ik zeg dat Tesje de patiënt van dienst is. Hoewel ik al lang niet meer moet worstelen om Blooper z’n muilbandje om te doen… hij gaat er rustig voor zitten, en laat me begaan. Terwijl hij toch weet wat er komen gaat, namelijk dat die “akelige meneer met z’n witte jas” aan zijn lijfje gaat prullen…

 

Dat vind ik, al bij al, toch ook een klein “wonder”. 

 

Tot slot, voor mijn dierenartsenpraktijk: slecht nieuws… “meneerke Beulemans” is er nog steeds, zoals jullie kunnen zien:

* B.H. = bekende hond

NAAR BOVEN


Home                   © Swaeneke 2008                 Contact asiel           Contact webmaster